JURY - RAPPORT

 

 

De jury van TOUCHE '88, die bijna 2000 dia's beoordeelde van 270 kunstenaars, heeft gemeend een 2-ledig doel te moeten nastreven: in een kleine, uitgewogen tentoonstelling van 23 werken heeft zij getracht een beeld te geven van de geheel eigen wijze, waarop jonge beeldhouwers op het ogenblik hun vak uitoefenen. En uit die 23 werken heeft zij - wat haar belangrijkste taak was - drie inzendingen gekozen, die alle drie overtuigen door de concentratie en de durf waarmee de eigen visie gerealiseerd werd.

Het lijkt misschien dat alles kan: elk materiaal is bruikbaar, alle materialen zijn combineerbaar, elke emotie: angst, woede, ironie of spot, lijkt toelaatbaar. Maar in werkelijkheid is bijna geen kunstenaar zo gebonden als een beeldhouwer: meer nog dan bij een schilder bijvoorbeeld is niet de respons van het publiek, maar de relatie met de ruimte een toetssteen. Dit lijkt een cryptische formule; voor mij, en ik meen ook voor de andere jury-leden, is het een hermetische waarheid. Wanneer een sculptuur zich niet kan handhaven in het voortdurend wisselende licht en in de voortdurend wisselende nabijheid van andere dingen en andere mensen, dan zakt zij in elkaar en verliest zij haar functie.

De drie inzendingen, die we zouden willen bekronen, bezitten ons inziens deze standvastigheid. Het is in de eerste plaats het werk "Zonder Titel" van Karen Oude Alink. En dan "Twaalf Uren in die T-dag" van Ans Verdijk en "Zonder Titel" van John Maters, als aanmoediging of wel materiaalprijs.